(Bron foto) |
Een Zuid-Amerikaanse fabel over onbedoelde samenwerking
Een hert en een jaguar besluiten allebei een hut te gaan bouwen. De één overdag, de ander 's nachts. Zonder dat ze het weten werken ze op die manier samen aan één huis. Als ze daar achter komen besluiten ze te gaan samenwonen, maar al snel wil begint er een machtstrijd...
Het is al lang geleden, dat het hert niet meer op de grond wilde slapen, maar besloot om een hut voor zich te bouwen. Hij zocht een mooie, zonnige plaats aan de rand van het oerwoud, niet ver van een drinkplaats en hij sleepte stenen, boomstammen en rijshout bij elkaar. Overdag werkte hij vlijtig en 's nachts sliep hij als een marmot.
Op een nacht kwam de jaguar toevallig voorbij. "Kijk eens aan, hier zou ik mooi een hut kunnen bouwen; hout en stenen liggen voor me klaar!"
De jaguar was niet lui, nog in dezelfde nacht ging hij aan de slag. Tot aan de ochtendschemer werkte hij en toen zijn ogen dicht vielen, ging hij in het hoge gras liggen.
De jaguar was nog maar nauwelijks gaan liggen of het hert ontwaakte. Hij vertrouwde zijn ogen niet, toen hij het huis zag, dat al voor de helft klaar was.
"Vannacht heeft me vast en zeker de goede geest Toepa geholpen," zei het hert en begon met hernieuwde vreugde weer aan het werk.
Zo ging het verder: het hert bouwde overdag, de jaguar 's nachts en allebei dachten ze, omdat ze het van elkaar niet wisten, dat de goede geest Toepa hen hielp.
Op een dag was het gebouw klaar en het hert trok er in. De hele dag keek hij trots met opgeheven hoofd uit het raam en vertelde iedereen die voorbijkwam in hoe korte tijd hij dat allemaal gemaakt had.
Maar 's avonds kwam de jaguar. "Wat doe je in mijn huis?" mopperde hij.
"Hoezo, jouw huis? Ik heb er overdag aan gebouwd en 's nachts heeft de goede geest Toepa me geholpen," zei het hert.
"Ho-ho-ho, die goede geest was ik!" riep de jaguar en nijdig voegde hij er aan toe: "Ik heb ook aangenomen dat de goede geest me geholpen had."
Na lang heen en weer gepraat besloten ze samen in het huis te wonen, hoewel ze geen van tweeën met deze oplossing tevreden waren en ieder van hen een plan maakte om de ander te slim af te zijn.
En toen kregen ze allebei de zelfde gedachte...
De jaguar doodde een jong hert, nam het op zijn rug en sleepte het mee naar huis, om zijn medebewoner af te schrikken. Daar aangekomen wachtte hem echter zelf een onaangename verrassing: voor de vuurplaats lag een jonge jaguar en daarnaast stond het hert.
"Heb jij dat jong ge-ge-dood?" stotterde de jaguar geschrokken.
"Dat heb ik gedaan! Wist je niet dat ik het liefste jonge jaguars eet?" vroeg het hert, maar op dat moment zag hij de buit van de jaguar. Hij trok zijn kop in, sprong op en rende weg, zonder ook maar één keer om te kijken. Dat had hij juist wel moeten doen! Dan had hij gezien, hoe de jaguar hetzelfde deed en de andere kant op rende...
Op een nacht kwam de jaguar toevallig voorbij. "Kijk eens aan, hier zou ik mooi een hut kunnen bouwen; hout en stenen liggen voor me klaar!"
De jaguar was niet lui, nog in dezelfde nacht ging hij aan de slag. Tot aan de ochtendschemer werkte hij en toen zijn ogen dicht vielen, ging hij in het hoge gras liggen.
De jaguar was nog maar nauwelijks gaan liggen of het hert ontwaakte. Hij vertrouwde zijn ogen niet, toen hij het huis zag, dat al voor de helft klaar was.
"Vannacht heeft me vast en zeker de goede geest Toepa geholpen," zei het hert en begon met hernieuwde vreugde weer aan het werk.
Zo ging het verder: het hert bouwde overdag, de jaguar 's nachts en allebei dachten ze, omdat ze het van elkaar niet wisten, dat de goede geest Toepa hen hielp.
Op een dag was het gebouw klaar en het hert trok er in. De hele dag keek hij trots met opgeheven hoofd uit het raam en vertelde iedereen die voorbijkwam in hoe korte tijd hij dat allemaal gemaakt had.
Maar 's avonds kwam de jaguar. "Wat doe je in mijn huis?" mopperde hij.
"Hoezo, jouw huis? Ik heb er overdag aan gebouwd en 's nachts heeft de goede geest Toepa me geholpen," zei het hert.
"Ho-ho-ho, die goede geest was ik!" riep de jaguar en nijdig voegde hij er aan toe: "Ik heb ook aangenomen dat de goede geest me geholpen had."
Na lang heen en weer gepraat besloten ze samen in het huis te wonen, hoewel ze geen van tweeën met deze oplossing tevreden waren en ieder van hen een plan maakte om de ander te slim af te zijn.
En toen kregen ze allebei de zelfde gedachte...
De jaguar doodde een jong hert, nam het op zijn rug en sleepte het mee naar huis, om zijn medebewoner af te schrikken. Daar aangekomen wachtte hem echter zelf een onaangename verrassing: voor de vuurplaats lag een jonge jaguar en daarnaast stond het hert.
"Heb jij dat jong ge-ge-dood?" stotterde de jaguar geschrokken.
"Dat heb ik gedaan! Wist je niet dat ik het liefste jonge jaguars eet?" vroeg het hert, maar op dat moment zag hij de buit van de jaguar. Hij trok zijn kop in, sprong op en rende weg, zonder ook maar één keer om te kijken. Dat had hij juist wel moeten doen! Dan had hij gezien, hoe de jaguar hetzelfde deed en de andere kant op rende...
* * *
Toelichting
Een verhaal van de Tupi-Indianen.
Bron
"Sprookjes van de Indio's. Mythen, sprookjes en legenden van de Indianen uit Midden- en Zuid-Amerika" door Vladimir Hulpach, vertaald door Anke Eggink. Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1979. ISBN: 90-202-0044-5
No comments:
Post a Comment